Ik woonde samen met mijn toenmalige vriend. Ik had het een kans gegeven, maar het ging niet goed. Op een dag in het jaar 2000 hadden we ruzie en kwam het hoge woord eruit. Hij pakte zijn spullen en liep de deur uit. Het voelde als een opluchting, maar ik was ook erg van slag. De laatste jaren waren er verschillende dingen voorgevallen zoals het overlijden van onze kat, mijn eerste begrafenis ooit en een zware operatie van mijn broer. En toen dit. Het had mij allemaal een klap gegeven. Het was een opstapeling van gebeurtenissen. Die avond dat hij de deur achter zich dichtdeed bleef ik alleen thuis en die avond begon ik voor het eerst te hyperventileren. Eigenlijk wist ik niet eens wat ik precies mankeerde. De volgende ochtend pakte ik mijn spullen en ging ik terug naar mijn ouderlijk huis; op 30-jarige leeftijd woonde ik weer bij mijn ouders. Het huis werd verkocht en ik nam mijn ontslag bij mijn toenmalige baan in de plaats waar ik samen had gewoond. Ik was moe, zo ontzettend moe. Ik wilde alles afronden en achter mij laten. Ik ben als kind heel beschermd opgevoed en had een onbezorgde en fijne jeugd. Ik heb lang bij mijn ouders gewoond voordat ik mijn vleugels uitsloeg. De heftige gebeurtenissen in mijn leventje kon ik niet goed verwerken.
Ik was bang midden in de winkel in te storten of bewusteloos te raken.
Mijn klachten werden erger en erger. Naast hyperventilatie kreeg ik angst- en paniekaanvallen, maagklachten en straatvrees. Ik wam bijna de deur niet uit en sliep heel veel. Ik voelde mij zo slecht, zo belabberd en depressief, dat ik dacht dat ik ernstig ziek was of dood ging. Daar was ik zo bang voor. Ging ik een keer naar een winkel, dan kreeg ik daar een paniekaanval en wist ik niet hoe snel ik weer thuis moest komen. Dan liet ik de spullen in de winkel gewoon staan. Ik wilde alleen maar terug naar huis vluchten, naar mijn veilige plekje. En waarom die paniekaanval? Ik was bang midden in de winkel in te storten of bewusteloos te raken, in een vreemde omgeving zonder de mensen van wie ik hou. Zonder controle te hebben over mezelf en de situatie. Tegen mijn ouders en andere mensen was ik niet open en eerlijk over mijn klachten, ik hield bijna alles voor mezelf. Uit angst of uit schaamte? Ik denk beiden. Ik zocht geen hulp. Mijn broer nam mij in die periode mee op vakantie, ik wilde eigenlijk niet maar ik zette door. Kokhalzend vertrok ik van huis, ik zat gespannen in het vliegtuig en hyperventilerend stond ik voor mijn hotel in Spanje. Maar dat liet ik niet blijken, aan de buitenkant zag je niets. De volgende dag kwam ik langzaam tot rust. Ik kon genieten van de vakantie en de klachten werden minder. Alles leek even zonder zorgen en de zon deed mij goed.
Weer thuisgekomen ging het beter met mij en kreeg ik mijn eigen huis toegewezen. Alleen wonen was niet mijn ding, maar ik had toch wel behoefte aan mijn eigen plekje. Dus ik kon best genieten, maar echt goed zorgde ik niet voor mijzelf. Ik zat veel werkeloos thuis, ik had weinig energie en kon even geen stress verdragen. Totdat ik in 2003 de liefde van mijn leven ontmoette. De man met wie ik nu nog altijd samen ben. Ik bloeide helemaal op, wat was ik gelukkig! We deden veel leuke dingen samen en waren vanaf het eerste moment altijd samen. Ik zag hem echt als mijn redding op dat moment. Al snel woonde we samen en ik kreeg een nieuwe baan, een baan als office manager. Ik ging er weer voor. Een leuke baan met veel verantwoordelijkheden welke na de jaren steeds drukker en drukker werd. Ik was iemand die vaak ‘te lief’ werd bevonden en ik stond graag voor iedereen klaar. Dus, je raad het al, ik zei niet snel ‘nee’. Ik pakte veel werk aan en ging over mijn grenzen. Ongemerkt. Het bedrijf groeide en mijn functie bleef hetzelfde, ik bleef alles alleen doen. Ik meldde de hoge werkdruk niet bij mijn leidinggevende. Ik ging gewoon door, ik liep op mijn tenen. Op gegeven moment kwam ik vaker te laat, meldde ik mij vaker ziek en maakte ik meer fouten in mijn werk. En daar werd ik onzeker van. Uiteindelijk stapte ik elke ochtend misselijk uit bed en reed ik kokhalzend in de auto naar mijn werk. Ik ademde de hele dag verkeerd. Hoe lang heb ik dit volgehouden? Ik weet het niet meer. Maar op een dag kon ik niet meer, ik was zo ontzettend moe en emotioneel, en meldde mij ziek. Voor één dagje dacht ik, even uitrusten. Maar die dag werden weken, en de weken werden maanden. Bij mijn leidinggevende gaf ik uiteindelijk wel aan dat de werkdruk te hoog was, of daar naar gekeken kon worden. Maar alles wat ik hoorde was ‘het is nu eenmaal druk, daar kunnen we niets aan veranderen’. Er werd gewoon niets mee gedaan, geen begrip van hem of andere collega’s, niets. Uiteindelijk ben ik weggegaan bij dat bedrijf.
Want als je een burn out hebt, is het echt belangrijk om iets te veranderen in je leven; je werk of jezelf. Of beiden. Ik ging voor beiden.
Het was duidelijk; dit was mijn tweede burn out. En dit keer deed ik er wel iets mee. Ik begon aan cognitieve gedragstherapie, wat redelijk goed aansloeg. Dit keer erkende ik mijn klachten, praatte ik er over en vroeg ik zelf om hulp. Want ik voelde mij weer zo ontzettend slecht, moe en verdrietig. Dit wou ik niet, ik wou zo graag van mijn klachten af en ik wou mij zo graag weer goed voelen. Daar vocht ik voor. Dus ik ging ook praten met een maatschappelijk werkster. Vooral van je af praten dan, je moet het toch zelf doen. Ik maakte mij overal zorgen over en ik was altijd druk in mijn hoofd. Mijn gedachten stonden nooit stil en de gekste scenario’s gingen door mijn hoofd. Mindfulness zou goed voor mij zijn, dus ik begon alles op de dag bewuster te doen. Als ik ging douchen, dan voelde ik bewust het heerlijke warme water. Ging ik eten, dan genoot ik van mijn eten. Het gaat om het ‘hier en nu’. Genieten van het moment en bewust aanwezig zijn. Ik kreeg echt meer rust in mijn hoofd. Geloof me, het kostte mij veel tijd om dit te leren. Het is oefenen en oefenen. En natuurlijk gaat het nog wel eens mis. Alles van je af schrijven werkt ook heel goed bij mij. Als ik druk was in mijn hoofd over een bepaalde gebeurtenis, dan schreef ik het van me af. Ik schreef al mijn gevoelens op papier en hiermee maakte ik mijn hoofd leeg. Het gaf mij echt rust. Soms verbrandde ik daarna de brief, zo van ‘en nu is het klaar!’ Het werd wel snel duidelijk dat ik veel angsten had; angst om ziek te worden, angst om in te storten op straat, angst om dood te gaan. Ze noemde het trauma’s van gebeurtenissen in mijn leven welke ik niet goed had verwerkt. Ik voelde mij zwak. Ik vroeg mezelf af waarom ik zo zwak was? Ik wou dat ik sterker kon zijn. Dit keer had ik ook straatvrees, maar in mindere mate. Een half uurtje weggaan met de auto vond ik al zwaar, ik stond al te kokhalzen voordat ik de auto instapte. Mijn huis zie ik altijd als veilige basis.
Mijn vriend heeft mij altijd gesteund, hij was er altijd voor mij. Hij had zoveel geduld waardoor hij zichzelf op de tweede plaats zette, ondanks dat het voor hem heel moeilijk te begrijpen was. Het is voor een buitenstaander gewoon moeilijk te begrijpen. Je ziet niets aan de buitenkant, waardoor je niet vaak begrip krijgt. Dankzij de therapie en gesprekken, en mede door de steun van mijn vriend, ben ik op mijn manier aan mezelf gaan werken. Ik herkende ook veel van mijn moeder in mij. Naast dat ze een geweldige moeder is heeft zij mij ook wel wat onzekerheden en angsten meegegeven. In de jaren die volgde begon ik steeds vaker ‘nee’ te zeggen en meer naar mijn hart te luisteren. Al had ik daarna altijd een schuldgevoel naar de mensen toe, waaronder naar mijn ouders. Zoiets kost tijd en uiteindelijk ging het steeds beter. Het schuldgevoel naar anderen werd langzaam minder, ik kreeg meer zelfvertrouwen en begon meer grenzen te leggen. Soms dacht ik ‘ben ik nu niet egoïstisch?’ Maar nee, ik zorgde gewoon beter voor mezelf, want ik ben zelf ook belangrijk. Ik ontmoette in die tijd ook een fijne vriendin waar ik veel begrip en steun van kreeg. Dat was geen toeval, zij kwam ook op het juiste moment. Ik leerde ook van haar en kon over alles met haar praten. Ik begon af en toe ook te mediteren, zo kon ik goed mijn rust terugvinden en mijn hoofd leegmaken.
Ik kan niet goed met stress omgaan, dus ik ging parttime werken. Van teveel werkdruk ging ik al snel verkeerd ademen. Parttime werken gaf mij meer rust in mijn leven, want ik had erg veel behoefte aan rust, regelmaat en balans. Ik kreeg meer tijd om mijn hobby’s op te pakken, meer tijd om met mijn katten door te brengen en meer tijd om mijn huis op orde te hebben. Een relaxter leven maakte van mij een gelukkiger mens. Op kantoor werken was geen hobby van mij. Sterker nog, ik dacht altijd ‘ik doe het voor het geld.’ Geen goede basis natuurlijk. Totdat ik halve dagen ging werken; dat deed mij goed. Ik werkte met meer plezier omdat ik elke middag tijd voor mezelf had, de katten, de boodschappen en het huishouden. Dat gaf mij rust. En naast deze baan kreeg ik een freelance baantje als journalist. Van mijn hobby’s schrijven en fotografie had ik mijn werk gemaakt. Dit was voor mij een mooie balans tussen moeten en willen.
Tijdens mijn parttime baan schreef ik duidelijker al mijn werkzaamheden op en als iemand mij om hulp vroeg, dan vroeg ik direct wanneer het klaar moest zijn. Dan gaf ik eerlijk aan of dat wel of niet ging lukken. Daar ligt nu een grens, zelfbescherming. Stapje voor stapje ging ik steeds meer veranderen omdat ik dat zelf wou. Veranderen op een positieve manier. Een aantal karaktertrekjes van mezelf en hoe ik met bepaalde situaties omging, dat vond ik zelf niet zo leuk. Die stonden mij in de weg of het kostte mij energie. Ik zag steeds meer dingen beter in en oefende mezelf ook op positief denken, want jeetje, wat bereik je daar veel mee! En je voelt je er sterker door. Ik zei ook vaker tegen mezelf ‘ik kan het en ik ga het gewoon doen’. Dan voel je je al beter en lukt het ook!
Ik ben een intens gevoelig mens en zal dat altijd blijven, maar ik kan er nu iets beter mee omgaan. Ik heb duidelijk grenzen liggen en een soort ‘alarmbelletje’ zeg ik altijd. Negativiteit probeer ik zoveel mogelijk te vermijden, want ook dat is niet goed voor mij. Als mensen mij ongelukkig maken of veel energie kosten, dan wil ik die mensen niet meer om mij heen hebben. Ik blijf gevoelig door stress en drukte, in mijn werk en privéleven, dus ik plan mijn agenda niet vol. Na een drukke dag zorg ik ervoor dat ik die avond niets te doen heb en kan bankhangen. Ik heb veel lege plekken in mijn agenda die ik zelf in kan vullen, daar hou ik van. En mijn vriend gelukkig ook. Wij verplichten ons niet tot teveel ‘moeten’. Van drukte, spanningen en stress wordt ik erg moe, daar geef ik nu aan toe en ga ik bijvoorbeeld even een middagdutje doen. Dat geeft mij weer nieuwe energie. Ik accepteer het maar weet sneller weer te schakelen en mijn rust terug te vinden. Soms ga ik even mediteren of ga ik iets leuks doen, zoals buiten wandelen. Afleiding helpt ook heel goed bij mij. Ga iets leuks doen waar je van geniet. Leuke dingen geven mij energie. Ik ben nog wel snel angstig; ik zit niet graag in de auto en ga liever niet op vakantie. Maar ik kan ermee leven en nu ik mij sterker voel, zet ik soms ook sneller door. Mijn angsten zijn nu niet meer op de voorgrond, maar horen wel bij mij. Het is ook een stukje acceptatie. Ik ben niet gek, raar, zwak of anders. Ik ben wie ik ben.
Sommige mensen zien een burn out als falen of een zwakte. Echt niet!
Ik heb mezelf in de jaren na de twee burn outs echt beter leren kennen. Ieder mens is anders; ieder mens is anders opgevoed, heeft een ander karakter of heeft andere levenservaringen. Bij mij ging het herstel stapje voor stapje. Ik kan wel stellen dat de burn outs grote lessen voor mij zijn geweest. Sommige mensen zien een burn out als falen of een zwakte. Echt niet! Het betekend meestal dat je al te lang sterk bent geweest. Er aan toegeven betekend dat je sterk bent, om hulp vragen betekend ook dat je sterk bent. Op gegeven moment komt er een moment die zegt ‘en nu is het klaar!’ Een burn out betekend dat er iets moet veranderen. Ik ben er sterker uitgekomen. Ik ben hard gevallen, maar ik ben weer opgestaan, en dat voelt als kracht. Je wilt toch vechten voor jezelf? Ja, het was heel zwaar, maar je bent sterker dan je denkt. Geluk is ook een keuze, je hebt veel zelf in de hand.
Vroeger trok ik mij ook erg aan wat andere mensen zeiden of dachten over mij. Dat doe ik nu niet meer, het interesseert mij niet echt meer. Ik kom voor mezelf op en andere mensen laat ik zoveel mogelijk in hun waarde. Het is mijn leven en ik leef zoals ik zelf wil. Ik leef niet voor een ander en ik leef ook niet om te werken. Momenteel werk ik niet meer op kantoor, maar nog wel als freelance journalist en ik ben voor mezelf begonnen. Ik ben graag creatief bezig en geniet hier heel erg van. Ik ben heel dankbaar dat ik dit allemaal kan doen. Ja, ik heb wel minder inkomsten, maar daar heb ik zelf voor gekozen. Ik koos voor meer vrijheid, want meer vrijheid betekend voor mij meer geluk. Ik geniet van elke dag en van de kleine dingen. Ik ben dankbaar voor alles wat ik heb en nu 15 jaar later kan ik volmondig zeggen; ik ben een tevreden mens!