Stress grijpt jouw lichaam op allerlei manieren en niveaus aan. Daarom zijn de symptomen van stress ook zo verschillend. Bij iedereen werkt het op een andere manier. Misschien wil jij weten of wat jij hebt een gevolg kan zijn van stress. Misschien weet je al dat jouw klachten een gevolg kunnen zijn van stress, maar snap je niet hoe. Daarom dit handige overzicht.
Weten is rustiger worden, en zelfs soms kunnen veranderen
Houd in de gaten dat stress voor een deel ook in stand wordt gehouden zolang jouw symptomen spelen. Dat betekent dat je iets aan bepaalde symptomen van stress kunt doen, als je eenmaal begrijpt hoe het stress in stand houdt. Een voorbeeld: stress zorgt voor een hoge ademhaling. Als jij bewust rustig en laag ademhaalt, krijgt jouw stress-systeem de boodschap dat de rust kan weerkeren en zo verlaag je zelf eenvoudig je stressniveaus.
Inhoudsopgave
1. Stress en je hormonale evenwicht
In reactie op gevaar (een verwonding, een emotionele gebeurtenis, spanning) maakt je lichaam binnen een paar seconden endorfinen aan. Dit zijn verdovende middelen, die ervoor zorgen dat je minder geestelijke of lichamelijke pijn ervaart. De stof is ook bevorderlijk voor het herstel van wonden en kan er zelfs voor zorgen dat je je kiplekker voelt terwijl je zwaar gewond bent. Zo was een cliënt zeer verbaasd dat zij na een ongeluk waarbij zij twee rugwervels brak, liggend op de grond haar vriend troostte, die zich bezorgd over haar heen boog.
Heb je chronisch stress, dan blijft je lichaam (dat wil zeggen: een bepaald gebied in je hersenen) endorfinen maken. Een dergelijke langdurige productie wordt helaas gevolgd door een productiestop. Dat heeft een domino-effect en er ontstaan de volgende symptomen:
- meer pijn (want endorfinen dempen de pijn niet meer)
- sneller pijn (want het endorfine-circuit activeert het oxytocine-circuit niet meer, terwijl dat pijn kan voorkómen)
- ‘craving’ van eten dat de werking van endorfine nadoet: chocola, glutenhoudend en zuivelhoudend voedsel)
- depressieve gevoelens (want het endorfine-circuit zet het serotonine-circuit niet meer aan; lage serotonine-spiegels worden met depressie in verband gebracht)
- moeilijkheden met de concentratie (daar heb je dopamine voor nodig, en ook dat circuit wordt onder meer in werking gesteld door endorfine)
- anhedonie (je vindt nergens meer iets aan, ook al door gebrek aan dopamine)
- geheugenproblemen (want cortisol neemt de rol van endorfine deels over, en hoge cortisolspiegels maken het je hippocampi moeilijk om hun taak in je geheugenvorming uit te voeren)
- moeite met slapen (want melatonine, nodig om in te slapen, wordt van serotonine gemaakt)
- moeite met doorslapen (want je ochtendlijke cortisolpiek is al veel eerder bereikt dan normaal)
- nul energie (want je bijnieren maken de hele tijd maar stresshormonen aan en gooien er op een bepaald moment het bijltje bij neer, wat de nekslag is voor jouw energielevels)
Daarbij kun je nog het volgende ervaren:
- moeilijkheden met je schildklier, omdat sympatische zenuwvezels die klier stilleggen als ze denken dat je in gevaar bent; zijn taak is dan niet essentieel
- problemen met libido en vruchtbaarheid, om dezelfde reden
- verminderde weerstand, idem en zie bij 2.
2. Stress en je immuunsysteem
Het immuunsysteem heeft twee belangrijke taken. Ten eerste zorgt het voor de verdediging tegen binnendringers als bacteriën, virussen, schimmels en dergelijke. Daarbij schoolt het je lichaam ook. Deze taak wordt daarom minder belangrijk naarmate jouw lichaam vaker met bepaalde binnendringers te maken heeft gehad. Maar de tweede taak neemt zo mogelijk in belangrijkheid toe naarmate je langer leeft: het zorgt voor het opruim- en herstelwerk in je lichaam, waarbij je een dedicated systeem hebt voor dat werk in je hersenen.
Dit is uiteraard niet zo van belang op het moment dat je uit een brandend huis moet ontsnappen. Maar het herstelwerk dat daarna moet volgen, het bijtanken na inspanning, moet wel gebeuren. En dat gebeurt alleen als je weer rustig wordt.
Heb je chronische stress, dan blijft je immuunsysteem ‘uit’ staan of werkt veel te beperkt om alles in orde te houden. Cortisol onderdrukt dan ook nog de ontstekingen in je lichaam, die bedoeld zijn om rommel op te ruimen. Een scala aan kwalen kan hieruit voortkomen, eenvoudig omdat je weerstand niet optimaal werkt; een lijst van de symptomen van stress die hiermee kunnen samenhangen, is dan ook niet echt te geven. Enkele voorbeelden zijn:
- langzaam herstel van (operatie-)wonden/botbreuken
- chronisch worden van infecties
- allergische aandoeningen en auto-immuunziekten
- meer kankercellen, met alle risico’s vandien
- hersenziekten (dementie-gerelateerde kwalen) door gebrekkige reiniging van de hersenen
3. Stress en je hart en bloedvaten
Als je jezelf uit een gevaarlijke situatie moet redden, moet je instinctmatig, snel en doeltreffend handelen. Nadenken is te traag. Daarom wordt ervoor gezorgd dat je ‘moderne’ hersenen tijdelijk minder bloed krijgen, en je primitieve breinen juist meer. Ook je spieren, hart en longen krijgen meer bloed. Speciale zenuwen zorgen ervoor dat je sneller gaat ademen en dat je hart sneller klopt. Je bloeddruk gaat omhoog. Je bloed stolt sneller, omdat je lichaam zich op een wond voorbereidt. Bij chronische stress kan dit ervoor zorgen dat je:
- je bewust wordt van je hartslag, van onregelmatigheden of een hoge hartslag
- bloeddruk stijgt
- hoofdpijn krijgt
- niet kunt nadenken
- geen prioriteiten kunt stellen/besluiteloos wordt
- pijn voelt op de borst
- risico loopt op trombose door versterkte bloedstolling
4. Stress en je je ademhaling
Moet je ontsnappen aan gevaar, dan heb je zuurstof nodig. En je afvalstoffen moeten er zo snel mogelijk uit. Daarom gaan je longen harder werken in opdracht van speciale zenuwen. Er gaat ook extra veel bloed naar toe, zodat je ademhalingsspieren flink aan het werk kunnen. Heb je chronische stress, dan kan dit leiden tot:
- (symptomen van) hyperventilatie
- het ontregeld raken van je ademhaling, tot zelfs problemen met je stem
- paniekaanvallen
5. Stress en je spijsvertering
Moet je uit een gevaarlijke situatie ontsnappen, dan zijn bepaalde zaken even wat minder belangrijk. Zo wordt je spijsvertering stilgelegd. Er komt veel glucose vrij, dat je cellen nodig hebben voor hun verbranding. Heb je chronisch last van stress? Dan kan dit weerslag hebben op je spijsvertering, bijvoorbeeld:
- bepaalde voedingsstoffen worden moeilijker opgenomen
- last van je maag
- prikkelbare darm
- te dikke of juist te dunne ontlasting
- ontstekingen in je spijsverteringskanaal (maag- of darmzweer)
- neerslachtigheid, omdat je darmen laten weten dat er iets belangrijks niet gebeurt
- schommelingen in je suikerspiegel en mogelijke ontregeling van je insuline-afgifte door het verhoogde glucose-gehalte
- risico op diabetes 2