‘It’s such a long road home’, zingt Charlie Simpson. En hij heeft gelijk. De weg die ik inmiddels heb afgelegd, lag vol obstakels. Ik kwam onderweg niet één, maar twee burnouts tegen. En voor die burnouts zat ik er tegen eentje aan te hikken, maar die heb ik op slinkse wijze af kunnen weren. Ik schijn een beetje hardleers te zijn zie je wel.
Waren er geen signalen dan? Oh jawel, genoeg, maar niet altijd even herkenbaar. Twintig jaar geleden begon het met hoofdpijn en allerlei lichamelijke klachten volgden elkaar op. Ik heb de huisarts meer gezien dan mij lief is en ook zat ik regelmatig bij de fysiotherapeut. Toch heeft nooit iemand met mij over stress gesproken. Neem ik het iemand kwalijk? Zeker niet, want als je linkerbeen plots niet zoveel zin meer heeft om mee te doen, denk je niet aan stress. En de hoofdpijn kon ook komen doordat mijn ogen achteruit waren gegaan. Altijd was er een soort van verklaring voor mijn klachten. Maar achteraf gezien was stress de boosdoener.
De afgelopen tien jaar heb ik op mijn tenen gelopen. Ik begon net met werken en ik moest presteren. Ik moest laten zien wat ik waard was. Dat ik mezelf compleet vergat, is niet bij mij opgekomen. De keer dat ik tegen een burnout aan zat, begon met vergeetachtigheid. Als ik tijdens mijn werk iets op moest zoeken op internet en internet was opgestart, dan wist ik niet meer wat ik moest opzoeken. Ik vergat de woorden van de meest simpele objecten als een prullenbak. Hoe ik ook dacht, mijn hoofd bleef een blanco blad. Het plaatje was er wel, maar het woord ontbrak. Daarnaast was ik erg moe.
De huisarts vond dat ik maar eens een weekje thuis moest blijven van mijn werk en leuke dingen moest doen. Dat weekje werd uiteindelijk een langere periode. Ik was niet zo lang uit de roulatie en ik deed er alles aan om terug te komen, maar ik kreeg mijn ontslag. Ja, echt waar. Gelukkig werkte ik ook nog op een andere afdeling en kon daar mijn uren uitbreiden. Na een hoop gedoe ben ik daar zelf vertrokken, omdat ik er niet gelukkiger werd. Dat was de eerste keer dat ik voor mezelf opkwam en een grens stelde. Tot hier en niet verder.
Mijn eerste burnout klopte aan toen ik net was begonnen met werken voor een nieuwe werkgever. Er was een hoop gedoe op de afdeling en ik ben erg gevoelig voor sfeer en dergelijke. Toch waren mijn klachten anders dan toen ik tegen de burnout aan zat en had niet direct door dat het stress gerelateerd was. Ik had last van duizeligheid, had vaak het gevoel dat ik flauw kon vallen en dan die verschrikkelijke hoofdpijnen waar geen pijnstiller tegen werkte. Terugkijkend vind ik het een hele prestatie dat ik het een half jaar heb volgehouden.
De ommekeer kwam na een vakantie in Edinburgh. Ik was alleen op vakantie gegaan. Charlie Simpson trad op in Edinburgh en ik wilde hem graag zien. Tijdens de vakantie heb ik met volle teugen genoten van de stad, de sfeer, de mensen. Ja, ik was totaal relaxt en het fijne was: ik had nergens last van! Geen hoofdpijn, geen pijn in mijn nek en schouders, niet het gevoel dat ik flauw ging vallen, zelfs niet toen ik Charlie Simpson ontmoette ;-).
Eenmaal thuis kwam het besef dat ik nog maar anderhalve week vakantie had. Paniek! En hallo pijn. De rest van de vakantie was compleet verpest. De eerste werkdag brak aan en om tien over half negen was mijn hoofdpijn ook weer terug van vakantie. Ik trok het echt niet meer.
De dag erop had ik een cursus ergens in het midden van het land. Onderweg luisterde ik naar Charlie Simpson’s nieuwe album en ik brak bij het nummer ‘I need a friend tonight‘. Ik stuurde mijn vriendin een berichtje of ze die avond thuis was en ik haar kon bellen. Ze was thuis. Die dag staat mij nog bij als de dag van gisteren. Ik zag de hele dag paarse en blauwe plekken voor mijn ogen en dan die pijn in mijn lichaam… ’s Avonds heb ik zeker twee uur aan de telefoon zitten huilen. Ik kon niet meer. Mijn vriendin zei dat ik mij moest ziek melden, maar dat kon toch niet? Ik had net vakantie gehad! Wat moesten ze wel niet denken?
Toch heb ik het gedaan. Onder ‘dwang’, want mijn vriendin zou mij gewoon van mijn werk op komen halen als ik daar de andere dag toch naar toe zou gaan. De periode die volgde was één grote verschrikking. Ik verloor opnieuw mijn baan. Had ik vlak daarvoor nog een goed functioneringsgesprek gehad, nu bleek ik plots niet meer te voldoen. Alweer niet. Dat gaat je niet in je koude kleren zitten. Uiteindelijk zei de bedrijfsarts dat ik blij moest zijn dat ik daar weg was. Ja, dat was waar, want ik kon wel overgeven bij de gedachte alleen al dat ik daar ooit nog terug naar toe moest.
Op dat moment had ik eigenlijk eens fatsoenlijk rust moeten nemen, maar nee, ik rende gewoon door. Er moest brood op de plank komen, dus ik had een nieuwe baan nodig. Wat zou de omgeving anders wel niet denken als ik zo maar thuis zat zonder dat ik op zoek ging naar een nieuwe baan? Naast het solliciteren, probeerde ik mezelf ook nog eens te ontwikkelen. Ik bracht zowat alle dagen achter mijn computer door. Na lang wachten, kreeg ik een nieuwe baan. Eindelijk!
Het bedrijf was leuk, mijn collega’s nog leuker, maar ik zat niet op mijn plek qua werk. Ik heb daar een jaar gewerkt en toen werd mijn contract niet verlengd. Weer volgde een periode van solliciteren en plots ging het knopje uit. Van de één op andere dag kwam ik de bank niet meer af. Een kopje thee zetten ging niet eens meer, laat staan mijn huishouden. Ik kon geen tv meer kijken, een boek lezen was er ook niet meer bij. Ik nam niets meer op. Het enige wat ik wilde en veel deed, was slapen. Ik was zo moe. Uiteindelijk ben ik met deze burnout in een revalidatietraject terecht gekomen waar ik heel veel aan heb gehad. Ik was weer oprecht blij. Ook deze keer heeft een nummer veel voor mij gedaan: Lullaby van Young Guns. Bijna nog meer dan het traject zelf. Bijna hoor, haha! De tekst was een ware wake-up call.
“Like a marionette hanging from its strings
You live you love you dance but it’s not real
En zo voelde ik het. Het refrein maakte nog meer in mij los.
Don’t waste your life away
A black heart’s a noose
So cut your strings and come down”
Dat heb ik gedaan. Toch kon ik nog niet voluit van mijn leven genieten, want ik bleef moe en deze moeheid was anders dan tijdens mijn burnout. Ik heb er lang op moeten aandringen, maar uiteindelijk ben ik doorgestuurd naar de internist en daarna naar de neuroloog. Zowel mijn huisarts en ik dachten aan het chronisch vermoeidheidssyndroom, omdat daar eigenlijk alles op wees. Ik was dan ook verbaasd en blij tegelijk dat de neuroloog met een diagnose kwam n.a.v. een slaaponderzoek. Mijn hersenactiviteit is veel te hoog tijdens mijn slaap. Ik ben ontzettend blij met deze diagnose, want hiervoor kan ik binnenkort bij het slaapcentrum terecht om tips en tools te krijgen om weer goed te leren slapen. Daarnaast was ik dus niet gek. Er was wel degelijk iets aan de hand. Na al die jaren heb ik dan eindelijk naar mijn lichaam leren luisteren. Een tipje is dan ook: luister naar je lichaam. Die weet het beter dan jij.
‘It’s such a long road home’, maar ik ben er bijna. Ik geniet weer van het leven, doe momenteel vrijwilligerswerk en leer goed mijn grenzen aan te geven. Natuurlijk heb ik nog steeds mijn valkuilen. Ik ben bijvoorbeeld niet stressbestendig, maar dat weet ik nu en het is aan mij om daar iets mee te doen. Zo heb ik besloten nooit meer fulltime te gaan werken. Ik heb nu eenmaal tijd voor mezelf nodig. Ik weet dat veel mensen dat niet zullen begrijpen, maar dat kan mij inmiddels niet meer schelen: die meningen van anderen. Het gaat om mij en hoe ik mij voel. Burnout nummer drie is niet welkom en ik moet zelf voorkomen dat deze toch om de hoek komt kijken.