Tijdens een baaldag op kantoor riep ik eens volmondig tegen een collega: ‘ik zou weleens één week leuke dingen willen doen, waar ik normaal niet toe kom.
Ik was 48 jaar toen ik te maken kreeg met de burn-out. Die ontstond geheel onverwachts. Van het ene op het andere moment kreeg ik tintelingen in mijn gezicht en in mijn rechterhand. Het was een gevoel dat iemand met spelden in mijn huid prikte. Er was die ochtend niets met mij aan de hand toen ik op kantoor arriveerde. Ik zat net een paar uur achter mijn bureau toen dit spontaan gebeurde. Meteen heb ik de huisarts gebeld en vrijwel direct wist zij wat er met mij aan de hand was. Wegens de drukte kon ik pas in de middag op consult komen en zij vertelde mij toen dat ik een burn-out had met uitputtingsverschijnselen. Ik raakte ter plekke overstuur en begon onbedaarlijk te huilen. Mijn bloeddruk was tijdens het bezoek aan de arts zo hoog, dat ze bewust niets tegen mij zij. Tot twee keer toe werd de bloeddrukband aangelegd. Ik zag haar maar kijken. Aan haar lichaamstaal merkte ik dat het foute boel was. Ik moest dezelfde middag mij ziek melden van de arts.
Vrijheid tegen wil en dank
Vrijheid tegen wil en dank. Ik viel in een zwart gat. Mijn plannen om één week in te vullen met uitstapjes, sporten, met vriendinnen eens op stap te willen gaan, vielen als een kaartenhuis in elkaar. Het liefst had ik door willen werken tot aan mijn pensioen. Voor mijn echtgenoot hoefde ik mijn onvoorziene vrijheid niet geheim te houden, hij zag al een tijdje dat het niet goed met mij ging. Een zware depressie en uitputtingsverschijnselen gaf de huisarts als diagnose, die middag aan mij mee. U bent overwerkt door een te hoge werkdruk mevrouw. Rusten is de hoofdzaak, de rest is bijzaak.
Zo lamlendig als ik was strompelde ik naar mijn auto, wist niet meer hoe ik naar huis gekomen ben en liet mij thuis op mijn groene, leren bank vallen. Mijn hart klopte in mijn keel. Na verloop van tijd viel ik, door uitputting, als een blok in slaap. Er brak voor mij en mijn gezin een tijd aan dat het woord ‘vrijheid’ op een laag pitje kwam te staan. Ik was zo vermoeid dat ik niet op mijn benen kon staan en krom liep van de spanningen. Psychisch was ik zo ingekapseld dat ik mij in mijzelf opgesloten voelde. Een ritueel van onderzoeken volgden. Bijna alle huishoudelijke klussen kwamen op mijn gezin neer. Ik voelde mij bezwaard dat mijn gezin door mijn gezondheidsperikelen ook in hun vrijheid werden beknot. Tijd voor uitstapjes stonden op een heel laag pitje, laat staan dat ik zelf de moed kon opbrengen om alleen op pad te gaan. Nu, na jaren ben ik, deels door rust, bijna de oude geworden. Ik zeg ‘deels’, want volgens de huisarts, worden mensen met een burn-out nooit meer de oude.
Creatieve geest
Ik ben er op eigen kracht uitgekomen, omdat ik wist wat de oorzaak was van mijn burn-out. Mijn creativiteit was mijn redding en absolute rust. Sommige mensen weten de oorzaak van een burn-out niet. Het hoeft niet alleen door een te grote werkdruk te komen. Er zijn ook andere oorzaken te noemen. Jeugdtrauma’s, huwelijksperikelen, schokkende zaken, zoals overlijdenskwesties etc. Extreme stress situaties in elk geval. Ik heb door mijn situatie wel geleerd om voor mijzelf op te komen en niet overal ‘ja’ op te zeggen. Meer aan mijzelf te denken zonder een egoïst te worden. Ik stond altijd voor iedereen klaar en dacht bijna niet aan mijzelf. Dat is de grote boosdoener geweest.
Het is nu 16 jaar later. Als ik terugkijk heeft mijn creatieve geest ervoor gezorgd dat ik de laatste 10 jaar mijn gevoel van vrijheid weer hebt teruggevonden. Ik schrijf de laatste jaren korte verhalen, teken- en schilder en doe andere creatieve dingen. Hobby’s die ik als kind al veel deed, niet in één week, maar door de jaren heen. Uitstapjes worden nu weer gemaakt. Ook ga ik alleen op pad en heb geen geheimen voor mijn gezin, maar de vrijheid van geest vind ik belangrijker dan na een tijd opgesloten te hebben gezeten in een depressie. Dat gun ik niemand.
Hersteld ben ik niet helemaal, dat wil zeggen ik ben niet meer de oude. Ik heb nog steeds vermoeidheidsklachten, zij het in mindere mate. Ik kan absoluut niet tegen (werk)druk(te) om mij heen en heb behoefte aan rust. De rust heb ik gevonden in het schrijven van (korte) verhalen. Als kind schreef ik kleine verhaaltjes. Vanaf mijn 50e ben ik weer gaan schrijven en schrijf nu alweer 12 jaar frequent. Ik kan mijn gevoelens in het schrijven kwijt. Al enige tijd doe ik mee aan schrijfwedstrijden en heb het geluk gehad dat er vanaf 2012 tot heden 4 verzamelbundels zijn uitgegeven met in elke bundel één verhaal van mijzelf en de andere verhalen van andere auteurs. Mijn ‘vrijheid van geest’ is dus het schrijven van verhalen. In mijn geval heeft dit het ziekteproces in positieve zin veranderd