Energiebalans, vergelijk jij jezelf wel eens met anderen?
‘Was ik maar wat vlotter om net zo snel een antwoord paraat te hebben als mijn collega’s’,’ Lukte het mij maar problemen net zo snel van mij af te laten glijden en los te laten als de anderen’ of ‘Waarom lukt het mij nou niet om te werken in een kantoortuin?’
Iedereen is anders. Je kunt op verschillende manieren naar iemands persoonlijkheid kijken. Jung introduceerde de termen introvert en extravert; persoonlijkheidskenmerken die de beide uiteinden van een energieschaal kenmerken. Waar je je op deze schaal bevindt zegt iets over hoe jij je levensenergie inzet.
Inhoudsopgave
Energiebalans en introvert of extrovert
Extraverten krijgen dikwijls een gunstiger stempel. De bijbehorende kenmerken als actief, sociaal en een vlotte babbel doen het goed in veel organisaties. Het introverte type voelt zich daarbij snel tekortschieten en in zijn specifieke kwaliteiten als reflectie, diep nadenken en bedachtzaamheid minder gewaardeerd.
Introverten voelen zich afwijkend van de norm, ook omdat tegenover iedere intro drie extra’s staan die zich bovendien meer profileren. Intro’s doen vaak grote moeite zich aan te passen in organisaties die op de maat en behoeftes van extraverten is afgestemd. Continu aanpassen en overleven betekent continu stress.
Waar krijg jij energiebalans van?
Intro’s en extra’s verschillen o.a. in waar ze hun energie vandaan halen en hoe ze informatie verwerken.
Energie wordt geregeld door het autonome zenuwstelsel. Tegengesteld aan elkaar werken de sympaticus (gaspedaal) en de parasympaticus (rem). Samen reguleren ze verschillende lichaamsfuncties zoals spijsvertering, hartslag en ademhaling. Verschillende neurotransmitters (boodschappenjongens tussen de cellen) hierbij een rol. Waar actie en oplettendheid wordt gevraagd of iets spannends gebeurt komt de sympaticus in actie en zorgt dat er voldoende energie beschikbaar komt. Is de klus geklaard dan is de parasympaticus actief en zorgt voor energieopbouw en herstel.
Het evenwicht waar jij je het beste bij voelt, rust of actie, verschilt voor ieder persoon. Eén van beide systemen is dikwijls meer of minder dominant. Dat zit in de genen. Hierin ligt het verschil tussen extravert of introvert. Het zijn de bijbehorende neurotransmitters die op, voor intro’s en extra’s verschillende wijze, een goed gevoel geven.
Extravert
Extraverten voelen zich prettiger bij actief bezig zijn en werken graag met veel mensen om zich heen. Ze denken al pratend en krijgen energie van sociale contacten, de focus ligt buiten zichzelf. Hoe meer reuring hoe beter, storingen zijn een welkome afleiding. Ze hebben uitdagingen en actie nodig om aan adrenaline te komen, deze neurotransmitter geeft hen een kick. Hoe actiever de extraverte is, des te meer adrenaline hij scoort. Rustig aan doen en gas terug nemen geeft ze juist géén goed gevoel.
Het gevaar ligt op de loer dat ze zichzelf voorbijlopen met gezondheidsproblemen of chronische stress als risico. Om in balans te blijven is het nodig om de focus ook bij jezelf te houden. Bewust te zijn van de eigen behoeftes of interne twijfels en niet voorbij te lopen aan de signalen van het lichaam.
Introvert
Bij introverten werkt het net andersom. Die voelen zich prettig als ze lekker in de hangmat kunnen nadenken. De energie halen ze niet uit de omgeving maar uit zichzelf, uit het eigen denken en voelen. De parasympaticus die op herstelwerkzaamheden is gericht maakt in rust acetylcholine aan. Dat is de stof waar intro’s in grote mate behoefte aan hebben en wat hèn een plezierig gevoel geeft.
Introverten zijn niet verlegen maar sociale interactie kost hen meer moeite en energie. Volle teamkamers, grote gezelschappen, gestoord worden in je werk of een lawaaiige omgeving sloopt hen.
De adrenalinekick waar extraverten zo blij van worden werkt voor hen niet en is snel teveel van het goede.
Introverten hebben een weloverwogen mening en zijn creatieve en onafhankelijke denkers maar komen er minder vlot mee naar voren, het denkproces neemt letterlijk een langere route in de hersenen. Zij willen zich goed kunnen voorbereiden of ergens op terug kunnen komen wanneer zaken hen overvallen.
Om de balans te bewaren moeten de intro’s niet in het denken blijven hangen maar in actie komen. De comfortzone verlaten en leren omgaan met opwinding. Anders liggen frustratie, piekeren en sombere gevoelens op de loer.
Een goede energiebalans begint met je eigenheid te erkennen en op te houden met te zijn wie je niet bent.