Elke ochtend en middag als ik op mijn fiets naar en van mijn werk rijd, fiets ik langs een natuurgebied. De mooie beelden die ik daar zie, leiden tot allerlei gedachten. Het zijn geen negatieve gedachten, geen constructieve gedachten, maar fladdergedachten, van de ene associatie naar de ander.
Voor mij is dit droomtijd, ik hoef niets, ben gewoon lekker aan het fietsen. Het is de tijd waarin ik ‘ont-focus”, mijn brein mag even lummelen. Een heel prettig tijdloos moment. Misschien ken je het.
Als je brein de hele dag moet focussen, gebruikt het heel veel glucose, de brandstof voor je brein. Je lang concentreren, veel achter je beeldscherm werken en vaak en snel switchen van de ene taak naar de andere (in de volksmond “multitasken”) kost heel veel brandstof.
Je brein heeft dan weer nieuwe glucose nodig. Die wordt pas weer goed aangeleverd als het herstelsysteem aangaat, dus als je ont-focust, bijvoorbeeld als je een goede pauze neemt (niet één waarop je nog half op je mobiel kijkt of mailtjes binnen ziet komen). Fladdergedachtes, naar buiten staren of een beetje dagdromen geven je zo’n breinpauze.
Heel veel mensen die met werkdruk kampen, zeggen dat ze geen tijd hebben om dit te doen. Doordat ze geen pauzes nemen, werken hun hersens minder pro-actief en geconcentreerd. Hierdoor richten ze zich minder op de echte prioriteiten, lange termijn uitdagingen en kwaliteitsissues, waarmee ze hun werkdruk structureel zouden kunnen aanpakken.
Deze vicieuze cirkel kun je doorbreken. Het is mogelijk – en zelfs noodzakelijk – om midden in de drukte tijd in te ruimen voor de “hoe om te gaan met deze werkdruk?”-vraag. Ik hoop dat je die vraag met genoeg lummel-, staar- of droomtijd kunt beantwoorden voor jezelf.