Door de bank genomen heeft de mens een hele kluif aan het leven. En wanneer het allemaal tegenzit, dan is dat ook vaak de reden om een bezoek te brengen aan een therapeut. Aan het woord is psycholoog Jeffrey Wijnberg, bekend van eerdere publicaties over de psychologische praktijk en als columnist voor de Telegraaf, alias de niet-helpende hulpverlener die in zijn nieuwste boek de vraag begint of het probleem dat de cliënt opwerpt wel het echte probleem is.
Opgeleukt met Sigmund-tekeningen van Peter de Wit, neemt de bedenker van de provocatieve gesprekstechniek de lezer mee in zijn praktijk en laat hem deelgenoot zijn van de ongemakkelijkheid waarmee het therapeutische gesprek begint, bijvoorbeeld:
- Wat is het probleem?
- Eh, ja, hoe zal ik het zeggen…
- Misschien kan ik gewoon raden wat het probleem is, dan kun je gewoon knikken als je denkt dat ik al aardig in de buurt kom. Eens even kijken, jij lijkt me wel iemand die…
Hier blijft het natuurlijk niet bij. In tal van dit soort, vaak hilarisch aandoende ontmoetingen, laat de auteur zien waarom hij doelbewust provocatieve (uitdagende, soms tartende of tergende) gesprekstechnieken inzet om het probleem te (laten) verhelderen. De cliënt is de eigenaar van het probleem en met nadruk ook van de oplossing die hij bedenkt. In de spreekruimte wordt dan ook veel gelachen, een ondergewaarde emotie. Dat is eigenlijk raar, omdat met de lach vaak de zwaarte van het leven gerelativeerd wordt:
- Wat is het probleem?
- Dat ik weer, nu de derde keer, overspannen ben.
- Hmm, ik had je nog zo goed behandeld; kan ik weer van voren af aan beginnen.
- (Lacht) Ja, het ligt niet aan jou
- (Lacht mee) Dat moest er nog bij komen.
- Nee, blijkbaar ben ik hardleers en maak ik weer dezelfde fouten.
- Is het dan niet beter dat je overspannen blijft, komt er in ieder geval geen terugval meer.
- (Duurt enkele minuten voordat de cliënt bijkomt van het lachen) Je bent er wel grappiger op geworden.
- Ja, ik ga vooruit en jij achteruit.
Om misverstanden te voorkomen: De psycholoog lacht zijn cliënten toe, niet uit, en hij is een luisteraar die als spiegel van de ziel dient. Leerzaam en fraai verwoord vind ik ook de uitleg van de auteur over wat normaal (gedrag) is. Dat is mooi, denkt u wellicht als lezer van dit platform. Maar wat heb ík aan dit boek en aan een effectieve, actieve niet-helpende hulpverlener die aan één woord van de cliënt genoeg heeft, de eerste indruk de ruimte geeft, een incongruente houding aan de dag legt, verwarring zaait, provoceert met behoud van contact, geen voorstellen doet en notities laat maken?
Nou, dit: Indien u vanwege stressklachten op zoek bent naar een therapeut, biedt het boekwerk van Jeffrey Wijnberg inzicht in de manier waarop hij en zijn collega-professionals te werk gaan. De provocatieve stijl is een gespreksmethode waarin studenten en vakmensen in de hulpverlening worden opgeleid of bijgeschoold. Het zou zomaar kunnen dat deze uitdagende aanpak in therapeutische sessies prikkelt om tot verandering te komen.