4 oktober 2004: de dag dat mijn licht uitging…
4 oktober 2014: 10 jaar na de burn-out
Inhoudsopgave
Ik was kapot
Al sinds mijn kindertijd vertellen mensen me spontaan dat ik het zonnetje in huis ben en dat ik een kamer kan doen oplichten door er gewoon te zijn. Maar op 4 oktober 2004 ging mijn innerlijke licht letterlijk en figuurlijk uit! Ik had net een vredesmars in Brussel georganiseerd die een groot success was volgens iedereen, maar ik kon er niet van genieten.Ik was kapot, zat er helemaal doorheen en kon me niet voorstellen dat ik nog ergens een sprankeltje energie vandaan zou kunnen halen.
Iedereen om me heen die me langer dan een paar jaar kende had het al lang zien aankomen en me telkens opnieuw gevraagd of alles wel oké was. ‘Uiteraard is alles oké’ was mijn standaard antwoord en ik kon me niet voorstellen dat op je 24ste een job hebben waar je zoveel van jezelf in kwijt kunt en waar je leiding mag geven aan andere (oudere) collega’s niet goed en juist zou zijn.Dus toen ik bij de psychiater binnen stapte met de diagnose ‘overwerkt’ van mijn huisarts, vertelde ik haar dat ik zo snel mogelijk weer terug aan het werk wilde, dus of ze me alsblieft wat tips en trick kon aanreiken om er zo snel mogelijk weer bovenop te komen. Ze lachtte vriendelijk en zei: ‘Dit zou wel eens langer kunnen duren dan je denkt! Maar vertel me eerst maar eens wat je symptomen zijn.’
Dit zou wel eens langer kunnen duren dan je denkt!
De symptomen waren talrijk: vermoeidheid, slapeloosheid (ik sliep gedurende een jaar geen enkele nacht meer dan 3 tot 4 uur), piekeren, hartkloppingen en het in het algemeen niet meer zien zitten. Alles wat ik ‘moest’ doen leek op een expeditie naar Mount Everest. Zelfs de meest simple dingen zoals opstaan, douchen of naar de supermarkt gaan, hadden planning en stappen nodig. Alles was ongelooflijk ingewikkeld en ik dacht over alles tot in het oneindige na, zodat er geen energie meer overbleef om nog iets te doen. En als ik al iets deed, dan deed ik het toch niet goed genoeg. Mijn eigen strenge perfectionistische norm werd op geen enkel moment gehaald en ik had voor het eerst in mijn leven huilbuien. Zomaar, in het midden van de dag of een gesprek, over niets… Mijn batterij was leger dan leeg en laadde zichzelf niet meer op of in andere woorden: ‘ik had een burn-out’.
Na 3 maanden behandeling, toen ik eindelijk weer sliep en mijn batterij weer minimaal was opgeladen, werd duidelijk dat ik niet meer naar mijn werk terug kon en dus nam ik in februari 2005 ontslag zodat ik me volledig op mijn herstel kon concentreren. Het duurde inderdaad veel langer dan de drie weken die ik voor ogen had bij het eerste bezoek aan mijn psychiater (uiteindelijk 3 jaar) en ik heb heel vaak gedacht dat ik nooit meer de oude stralende Ann zou worden, maar gelukkig bleek die vrees onterecht…
10 jaar na de burn-out
Als ik nu, 10 jaar later, op deze periode terugkijk dan vind ik het niet meer dan normaal dat ik een burn-out heb gekregen. Ik ben een wereldverbeteraar die zich met hart en ziel inzet voor de goede zaak en dus was ik totaal blind voor het feit dat ik door mijn baas en collega’s gebruikt en uitgemolken werd. Ik kan het hun nu zelfs niet kwalijk nemen aangezien ik geen enkele grens had en dus ook nooit ‘nee’ of ‘stop’ gezegd heb. Het onmogelijke mogelijk maken, was mijn missie en daar werd ik zelf het grootste slachtoffer van. Ik cijferde mezelf totaal weg en maakte geen tijd om aan mijn eigen basisnoden zoals voldoende slaap of ontspanning te voldoen. Ik nam mijn werk mee naar huis en werkte gemiddeld 16 uur per dag en 6 tot 7 dagen per week zonder er me vragen bij te stellen.
Het feit dat dit mijn eerste job was, hielp ook niet, aangezien ik geen enkel referentiekader had over wat normale werkuren of normale relaties tusen werkgever en werknemer en werknemers onderling waren. Ik ben dus heel jong (27) gigantisch met mijn kop tegen de muur gelopen en heb een paar belangrijke levenslessen geleerd.
Ik zou vandaag de dag niet zulke duidelijke grenzen hebben en ze niet zo vurig verdedigen, als ik niet zou weten wat er gebeurt als je ze niet hebt en niet bewaakt. Mensen lopen letterlijk over je heen en je kan het ze niet eens kwalijk nemen want door geen grenzen te hebben, geef je ze impliciet toestemming om je als deurmat te behandelen … Ik ben nog van een generatie die is opgevoed met de boodschap ‘nee zeggen is niet lief’, maar vandaag geef ik de voorkeur aan ‘niet lief en grenzen gerespecteerd’. En ik kan alleen maar hopen dat kinderen vandaag met een andere boodschap opgevoed worden en wel grenzen hebben als ze de arbeidsmarkt betreden.
Ik zou nooit zoveel hebben nagedacht en geëxperimenteerd met work-life evenwicht als ik niet jaren alleen maar gewerkt en niet geleefd zou hebben. Ik haal heel veel energie en inspiratie uit werken met mensen en dat kan alleen als ik ook tijd heb om alleen te zijn, om in alle rust mijn batterijen weer op te laden en thuis te komen bij mezelf. Als ik die tijd en ruimte niet heb, dan gaat het gegarandeerd weer mis en word ik ziek. Gelukkig zijn het nu relatief onschuldige dingen zoals een verkoudheid of griepje, maar het is een rood licht voor mezelf dat er iets mis is met mijn werk-leven balans en dat ik er meteen iets moet aan doen!
Ik heb een systeem van seinen en lichten die aangeven wanneer ik me in mijn burn-out gevarenzone bevind. Ik zou echt heel graag willen zeggen dat het me nooit meer gaat gebeuren, maar dat kan ik niet omdat ik weet dat het een leugen zou zijn. Ik ben nu eenmaal het type persoon die zich met hart en ziel in dingen smijt en die koste-wat-kost de wereld wil verbeteren. Ik weet dat ik gevaarlijk ben voor mezelf en dat bewustzijn heeft me geïnspireerd om voor mezelf seinen op te zetten. Heel veel kleine aanwijzingen, maken samen een groot rood licht en ik maak er een sport van om dat rode licht te vermijden. Dus als ik bij mezelf merk dat ik ‘s morgen snooze in plaats van meteen op te staan, is dat een signaal. Als ik ‘s avond lig te piekeren of weer moet opstaan omdat ik de slaap niet kan vatten, weet ik dat er een onevenwicht te onderzoeken valt. De signalen niet negeren, maar er met nieuwsgierigheid en openheid naar kijken is iets dat ik via co-actieve coaching heb geleerd. Om coach te worden en te zijn, wordt je verondersteld ook zelf een coach te hebben en die van mij detecteert mijn gevaren met plezier. Ze hoort en voelt het meteen als ik mijn grenzen overschrijd en bevraagt me erop zonder te oordelen. In alle eerlijkheid naar mijn gevarenzones kijken en mezelf niet voorliegen als ik er ben, maar meteen actie ondernemen, zijn voor mij de sleutelelementen van mijn ‘niet terug naar burn-out’-strategie.
Ik ben niet meer bang om te falen of risico’s te nemen
Ik heb een job die me vervult en waar ik blij van word. Na mijn burn-out heb ik nog één keer een poging gedaan om als werknemer te werken en deze ervaring heeft me geleerd dat ik een ondernemer ben en dat ik zelf mijn eigen baas kan en moet zijn. Ik werk nu hard als trainer en coach en dat doe ik op een manier die bij mij past. Ik wissel periodes van superhard werken af met rustperiodes en saai werk waar ik geen energie van krijg (administratie bijvoorbeeld) met trainings- en coachingsessies waarin ik mijn talenten voluit kan gebruiken. Als dingen niet lopen zoals gepland of ik maak fouten, hoef ik aan niemand verantwoording af te leggen en los ik het zelf op. Die vrijheid en afwisseling heb ik echt nodig en ik kan me op dit moment niet voorstellen dat ik nog ooit voor een baas zou werken.
Ik ben niet meer bang om te falen of risico’s te nemen. Ik heb immers al gigantisch gefaald ten opzichte van mezelf want anders was ik nooit zo jong in een burn-out terecht gekomen! En dankzij mijn burn-out weet ik nu dat ik terug kan komen uit een diepe put. Het is niet leuk of makkelijk, maar als het moet, kan ik het. Dus als een burn-out zowat het ergste is wat er kan gebeuren in termen van zelf de mist in gaan, waarom zou ik dan bang zijn van fouten maken of falen? Dit besef heeft me zo bevrijd en geïnspireerd dat ik samen met een paar enthousiaste collega -trainers een project en beweging over ‘failing forward’ gestart ben! We vinden namelijk dat leren falen en leren omgaan met de fouten die we sowieso maken een essentiële leer- en leefvaardigheid is en daarom werken we in een eerste fase met jongerenwerkers en jongeren. Hoe jonger je begint met het leren falen, hoe beter je erin wordt en hoe kleiner de kans dat je je door je eigen imperfecties en fouten zal laten tegenhouden om je talenten voluit te benutten en je rol in de wereld op te nemen. Wij geloven erin en hopelijk hoor je er snel véél meer over!
99% de Ann die ik voordien was
Dus 10 jaar na de burn-out ben ik weer 99% de Ann die ik voordien was en die 1% verlies in energie heeft me zoveel belangrijke lessen geleerd dat ik durf te stellen dat mijn burn-out-ervaring me rijker en stoutmoediger heeft gemaakt dan ik ooit had durven dromen! Ik hoop dat duidelijk is dat dit geen pleidooi is voor ‘met z’n allen op naar de burn-out’ want je wordt er beter van!’ want dat is het absoluut niet! Het is wel een oproep aan iedereen die of een burn-out heeft of leiding geeft aan iemand met burn-out (signalen) om het te benaderen als een zeer belangrijke leerervaring zowel voor de werknemer als de werkgever.
Als je als persoon burned-out bent heb je heel wat persoonlijke grenzen overschreden en signalen genegeerd en het is belangrijk om niet alleen de symptomen te behandelen, maar naar je eigen patronen te kijken en daaruit te leren voor de toekomst. Je kan nu eenmaal niet hetzelfde blijven doen en andere uitkomsten verwachten, hoe graag je dat misschien ook wil! Als je als wergever regelmatig werknemers hebt die signalen van burn-out vertonen lijkt het me de moeite waard om naar het werkklimaat en de relaties tussen werkgever en werknemer en werknemers onderling te kijken.
Burn-out is een complex samenspel van persoonlijke en professionele raderen die niet meer in elkaar passen en daar samen in alle openheid en eerlijkheid naar kijken zonder te oordelen of veroordelen lijkt me een hele belangrijke stap om ervoor te zorgen dat werknemers na een herstelperiode terug kunnen komen naar de plek waar ze zich met hart en ziel hebben ingezet en het beter (als in met meer respect voor zichzelf en hun grenzen) kunnen doen.